BORO*ATELIER: 'Gebruik alles, verspil niets'

Door: Mella Fuchs | Foto: Kick Smeets
Met haar initiatief BORO*ATELIER werkt Lotje Terra aan het verduurzamen van de mode-industrie. Statushouders en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken hier aan duurzame textielproductie. Met uienschillen, koffieprut en wortelloof worden producten gekleurd voor BORO's eigen webshop. 'Daarnaast verven we ook voor grote opdrachtgevers zoals het Rijksmuseum, waar we tasjes voor upcyclen die in de museumwinkel worden verkocht', vertelt Lotje. 'Hiervoor gebruiken we planten zoals Wede en Meekrap, waar we kleurvarianten zoals Indigo mee maken'.

‘Hier gaan we verspilling tegen, zowel van materiaal als van talent. Een vriendin van mij was werkzaam in de mode-industrie en wilde die graag duurzamer en socialer maken. Samen kwamen we op het concept van BORO*ATELIER. Boro betekent in het Japans: gebruik alles, verspil niets. Dat gaat niet alleen om materiaal, maar ook om mensen: we willen talent niet verloren laten gaan. Statushouders die hier komen kunnen vaak goed naaien, maar hebben moeite met de taal. Mensen die na een burn-out of depressie hier komen, spreken vaak goed Nederlands maar zijn onervaren met naaien. Op deze manier ontstaat een mooie kennisuitwisseling.'

Stille armoede bestrijden
‘Toen ik mijn pasgeboren kindje in mijn armen had, vertelde de kraamvrouw dat veel vrouwen in Amsterdam geen matras hebben om op te bevallen. Ik schrok daarvan; hoe kan dat in Nederland?! Van stille armoede hebben veel mensen geen weet. Een deel van de mensen die in armoede leeft, heeft moeite om in Nederland een baan te vinden. Statushouders worden vaak belemmerd door de taal, en mensen die een burn-out of depressie hebben gehad, komen door een afstand tot de arbeidsmarkt moeilijk aan een baan. Een voor de hand liggende manier om armoede te bestrijden, is dus te zorgen dat zij aan het werk kunnen. Iedereen heeft talenten die waardevol ingezet kunnen worden.'

'Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen bij ons een leer-werktraject volgen. Dat duurt een half jaar tot een jaar en dient als opstap naar een betaalde baan of een vervolgopleiding. Samen met de werkvloercoach wordt gekeken wat nodig is om iemandweer mee te laten draaien in de maatschappij. Inmiddels hebben 114 mensen het traject gedaan. Van hen is 45% uitgestroomd naar betaald werk of een vervolgopleiding. Een deel van hen blijft hier en krijgt een betaalde positie. Dat is mooi om te zien; mensen werken hiervoor minder geld dan ze ergens anders kunnen verdienen, maar zij geloven in onze sociale en duurzame missie en verkiezen impact boven salaris.'

Sociaal én duurzaam
'De Kledingsector is een erg vervuilende industriesector en een wereldwijd probleem. In traditionele verfprocessen is 100 tot 200 liter water met chemicaliën nodig voor het verven van 1 kilo textiel. Bij BORO*ATELIER verven en bedrukken we biologisch textiel met natuurlijke producten. We gebruiken zoveel mogelijk afval en verzamelen dit zoveel mogelijk uit de buurt. Op vrijdag halen we bijvoorbeeld bloemen op bij de kerk, want dan wordt er plaats gemaakt voor nieuwe bloemen. Van een Mexicaans restaurant krijgen we de zwarte bonen die over zijn. Die gebruiken we om zwart pigment uit te halen. Een boer uit de Beemster geeft ons uienschillen, waar een hele mooie gele kleur oplevert. We gebruikenoude materialen en maken die tot nieuw product.'

'Als je sociaal én duurzaam wil zijn, is het soms een uitdaging om met andere bedrijven te concurreren. Het opschalen van processen waarbij met afvalproducten wordt gewerkt vergt veel onderzoek. Bovendien kunnen we niet zomaar onze productieaantallen verhogen. We houden er rekening mee dat de mensen die in ons atelier werken soms verminderd stressbestendig zijn. Van opdrachtgevers zoals het Rijksmuseum en de interieurmerken An-Nur en Powders & Hazel, vragen we dus om een beetje flexibiliteit. Maar de basis staat en we zijn aan het groeien. Volgend jaar willen we een nieuwe locatie openen.’